column

Gestolde macht

Ilja Leonard Pfeiffer indachtig besloten we toch naar Venetië af te reizen. In zijn Grand Hotel Europa schetst hij het beeld van een stad die ten onder gaat aan haar eigen succes. Ondanks alle waarschuwingen, alle hobbels die genomen moesten worden in deze rare tijden. Een beetje tegen beter weten in, want het was met de reisbeperkingen, de inreisformulieren en de corona app bepaald niet uitnodigend, om over de mondkapjesplicht in de horeca maar te spreken.

Het viel achteraf allemaal reuze mee. De Italianen waren allang blij dat er weer toeristen naar het land kwamen en Venetië herleefde onder de bezoekers die ondanks alles toch kleur geven aan de stad, iets wat Pfeiffer zelf ook moest erkennen toen hij in mei nog een verlaten stad aantrof: “… het werd ons in de feeërieke verlatenheid alleen maar pijnlijker duidelijk dat de stad al lang verworden is tot een decor en zonder de massa’s die komen om zichzelf in dat decor te fotograferen had de stad geen nut.” 18 juni 2021. NRC.

Zo is het. Beauty is in the eye of the beholder, zeggen de Engelsen. Wie naar Venetië gaat doet dat om de romantische sfeer, de oude straatjes en bruggetjes, om het decor. En zonder bezoekers mist een decor haar bestaansrecht. Overal trekken toeristen naar oude steden, burchten en kathedralen. Die sfeer van vroeger is haar grootste aantrekkingskracht.

“We hadden gehoopt een stad aan te treffen die haar authenticiteit tijdelijk herwonnen had…”, schrijft Pfeiffer. En daarin schuilt een vreemde paradox. Vreemd, want het authentieke Venetië was geen toeristenstad, het was een bedrijf. In onze hedendaagse ogen is Venetië het toppunt van romantiek, met haar kanalen en bruggetjes, ijsjes, maskers en de versierde paleizen een de gondelvaart als ultiem uitstapje voor verliefde paartjes.

Maar wij zien een stad in tijden van verval en aftakeling. Op haar machtige hoogtepunt was Venetië, een multinational gerund door wat we nu oligarchen zouden noemen, een klein gezelschap van rijke ondernemers en families die onderling de dienst uitmaken. Wie zijn roze bril afzet en met historisch perspectief naar de stad kijkt, ziet dat Venetië groot is geworden door handel en de opeenstapeling van kapitaal verworven in haar kolonies.

En zo zagen de dichters haar ook, als bedrijf. Dante schreef in zijn Goddelijke Komedie: “Zoals ’s winters in het arsenaal van Venetië taaie pek staat te koken om de gehavende schepen opnieuw te teren, aangezien ze dan toch niet kunnen varen […] zo kookte daar beneden, niet door vuur maar door goddelijk kunnen, een dikke pekmassa, die de oevers aan beide kanten met een stroperige laag bedekte.”

De stad een machtige stadstaat, één van de rijkste steden in de middeleeuwen. Knooppunt tussen oost en west en vooruitstrevend op het gebied van zeevaart en techniek. De Venetianen blonken uit in technologische overmacht en organisatievermogen. Hun Arsenaal was een industrieel complex, een lopende band avant la lettre voor de honderden schepen die al die rijkdom uit haar koloniën naar de stad moesten brengen. Op het hoogtepunt van haar macht voeren er wel 3000 schepen onder de vlag van de gevleugelde leeuw.

Authenticiteit is zo’n vreemd woord. Van de zeemacht van weleer was eind achttiende eeuw niet veel meer over en het ‘authentieke’ Venetië werd ten grave gedragen door de Franse troepen van Napoleon. De rol van de Republiek in de wereldhandel was toen al zo goed als uitgespeeld en andere grootmachten namen de macht over.

Wat overbleef was een romantisch decor waar ‘toeristen’ als Byron, Goethe en Thomas Mann zich aan vergaapten en na hen miljoenen andere toeristen. Nota bene in hetzelfde tijdsgewricht waarin het moderne het won van het ongerijmde, en waarin de Romantiek als stroming kon opbloeien, werd de modernste stad van de middeleeuwen hét toonbeeld van romantiek zoals we die vandaag de dag kennen en koesteren.

Ons idee van romantiek zou zo maar eens geboetseerd zijn naar het voorbeeld van Venetië zoals de dichters en kunstenaars haar zagen. Het waren de kunstenaars die de stad opnieuw ‘uitvonden’, niet als modern bedrijf, maar als een decor, als een gestold beeld van een verloren gegane tijd. En uitgerekend deze stad werd – ironisch genoeg – door deze ‘uitvinding van toerisme’ opnieuw een bedrijf, een lopende band voor de stromen toeristen die vandaag de dag op zoek gaan naar romantiek en authenticiteit.

Spread the word

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.