Voorjaar 2020
En dan zomaar ineens, op 15 maart, op een toch al niet zo gewone zondagmiddag helemaal aan het begin van de coronacrisis (wat dan nog niet echt een crisis is) is er een ingelaste persconferentie. De spanning stijgt. Wat voor onheilstijding krijgen we nu?
Rutte, de Jonge, Slob, Bruins en doventolk Irma leggen uit dat vanwege het oprukkende virus iedereen zoveel mogelijk binnen moet blijven om overdracht door contacten te vermijden. De mantra dat we onze handen stuk moeten wassen, anderhalve meter afstand moeten houden van elkaar en geen handen meer mogen schudden (“blijf thuis, ook bij milde klachten!”) zal nog eindeloos vaak herhaald worden. De zorg zal het niet aan kunnen als we nu niet direct, ingrijpende maatregelen nemen. #Flattenthecurve is trending topic op social media. Met verbijstering hoor ik aan hoe de het leven uit de samenleving wordt geperst en hoe de geesten rijp gemaakt worden voor een onsamenleving. Een alleen-leving. Een samenleving stukgeslagen in miljoenen scherven van mini-samenlevinkjes. Iedereen moet dus zoveel mogelijk binnen blijven. Maar wel intelligent. We worden niet verplicht binnen te blijven.
De horeca moet binnen een half uur sluiten, net als de theaters, de bioscopen, en de concertzalen. Evenementen, festivals, toernooien. Alles wordt afgelast. Letterlijk alles. Zelfs de grote evenementen die gepland stonden als het WK-voetbal, het songfestival alle bijzonder grote publiekstrekkers. Kinderopvang, scholen, universiteiten gaan dicht. Het openbaar vervoer rijdt alleen nog voor mensen met cruciale beroepen. Vliegtuigen blijven, een enkele uitzondering daargelaten, aan de grond.
Van hogerhand word er binnen een half uur alle agenda’s volledig leeg geveegd.
Zelfs verpleeghuizen gaan volledig op slot om de kwetsbare ouderen te beschermen. Op hun kamer kunnen ze in alle eenzaamheid de lange lege zonnige dagen die eraan komen, wachten op betere tijden. Of op de dood (wat voor sommigen op hetzelfde neerkomt), en voor anderen onontkoombaar is. Zonder enige zeggenschap over de invulling van de korte toekomst die hen nog rest.
Binnen. Alleen het zorgpersoneel mag nog in- en uitlopen. Of beter gezegd; moet. Met of zonder virus want zij moeten wel gewoon werken als ze klachten hebben. Eenzaam sterven in een verpleeghuis aan corona hoort bij dit tijdelijke ‘nieuwe normaal’. Onvoorstelbaar dat dit zomaar kan. Worden hier geen fundamentele mensenrechten geschonden? vraag ik mij af.
En wij? Wij accepteren deze ingrijpende maatregelen dan angstig en gelaten.
Het hele land komt binnen dit half uur piepend en zwaar onder de indruk tot volledige stilstand. Dit is serieuze shit waarin we beland zijn. Deze dreun komt keihard aan.
De cruciale beroepen die nu heel hard nodig zijn blijken grotendeels de slechtst betaalde beroepen te zijn; de zorg, koeriersdiensten, winkelpersoneel, schoonmakers, vuilophaaldiensten, chauffeurs, politie…
Een groot paniekgevoel maakt zich van mij meester. In een nieuwsrubriek is al sprake geweest van 40.000 doden die dit virus in Nederland gaat opeisen. Wie ga ik allemaal verliezen? Ga ik het zélf overleven? Onze kinderen? Broers, zussen, neven, nichten? Vrienden?
Sommigen werken in de zorg.
Kwetsbaar schijnen we allemaal te zijn. Ook gezonde jonge mensen vallen ten prooi aan het virus en laten het leven. Dat is de boodschap die gecommuniceerd wordt nadat een intensivist op tv gezegd had dat het vooral dikke en ouderen zijn, vaak met ‘onderliggend lijden’, die nu op de IC’s liggen. Het aantal besmettingen stijgt hard.
En met mijn beginnend keelpijntje vraag me af of ik besmet, dan wel besmettelijk ben. Ik voel een grote verantwoordelijkheid en vermijd elk contact angstvallig.
Het uur van de waarheid is aangebroken. Tijd voor bezinning.
Weg met de intensieve veehouderij, de mishandeling van levende zielen. Weg met het kriskras over de hele wereld vliegen. We moeten stoppen met de aarde uitputten en stoppen met denken in economische groei. We moeten stoppen met onze CO2-uitstoot met het verwoestend immorele leven wat wij hier in het westen leven. Deze crisis is een kans denk ik heel even, in het kielzog van spirituele geesten die vooral nu veel mogelijkheden zien.
En na een tijdje, als ik van de grootste schrik bekomen ben omarm ik deze periode die ik zie als een herkansing. De wetenschap dat bijna niemand iets te doen heeft en ik iedereen zijn agenda ken geeft ook een vreemd gevoel van verbondenheid met elke onbekende ander.
Het afstand houden is makkelijk. Vooral als je toch niemand ziet.
Wat een zalige rust geeft het eigenlijk.
Ik ben niemand verloren, ik ken niemand met corona.
Buiten is het stil.
Heerlijk stil.
De lucht is blauw.
Prachtig, helder, streeploos blauw.
En schoon.
En het voorjaar lijkt mooier dan ooit daarvoor.
Maar het blijkt de stilte voor de storm. Het was een valse vooruitwijzing naar betere tijden die maar niet wilden aanbreken. Een lange, lege, donkere periode wacht op ons, met veel woede en agressie en onvrede en zonder enig perspectief.
Het is even niet anders, praat ik anderen na die de moed erin proberen te houden.
We moeten wel.